Interview uit de Struingids Berg en Dal, door Emmie Nuijen en Jan van den Berg…
Plantenkenner Dick Kerkhof: “Wil je zeldzame planten vinden, dan moet je weten waar te zoeken“
70 jaar geleden werd botanicus Dick Kerkhof geboren in Hagestein. Op de dag af, want ons geplande interview blijkt precies op zijn verjaardag te vallen. Dus krijgen we er – naast een overvloed aan plantenkennis – een lekker taartje bij.
Hoe is je fascinatie voor planten ontstaan?
“Mijn moeder was de grote inspirator, zij leerde me alle planten van de polder. Mijn ouders waren vanuit Houten verhuisd naar een dijkhuis bij Vianen, nu bedolven onder de A27, en ik kon daar mijn hart ophalen. Ik ging al als tiener op onderzoek, met plantenboeken onder mijn arm, waardoor ik mezelf veel aanleerde.”
Hoe kon je dit later met je werk combineren?
“Ik heb altijd maar een deel van het jaar gewerkt, vaak in de nachtdienst. Dat gaf me de mogelijkheid om de vijf zomermaanden onbetaald verlof te nemen om gitaar te spelen en planten te inventariseren. Vanaf 1993 nam Zuid-Hollands Landschap mij parttime in dienst.”
Wat boeit je zo aan planten?
“De hechte relatie van planten met hun standplaats is wat mij fascineert. Aan de hand van planten, kun je het landschap lezen. De basis is de grond, waarin schimmels en bodemdiertjes stoffen omzetten. Planten hebben interactie met de bovenste grondlaag en zijn vervolgens de basis voor dieren die ervan leven. Wil je zeldzame planten vinden, dan moet je weten waar te zoeken. Bevertjes, Geelhartje en Zeegroene zegge zijn fijnproevers; ze kunnen niet tegen bemesting. Waar die staan, is de kans op grote zeldzaamheden relatief groot. Veel interessante planten staan op overgangen in het landschap, bijv. van nat naar droog. De kalkrijke afzettingen van de rivieren hebben hier stroomdalplanten doen groeien. Dezelfde soorten kun je tegenkomen in Zuid-Limburg en in kalkrijke duinen.”
Welke tips heb je om ook in de winter planten te bekijken?
“Bomen zijn heel geschikt om je dan op te richten; Je kunt de knoppen bekijken en je kunt oefenen om boomsoorten te herkennen aan de hand van het silhouet. Ook het bestuderen van mossen en korstmossen is ideaal in de winter. In Nederland komen zo’n 600 soorten mossen voor! Kijk eens op oude stadsmuren, daar kun je bijvoorbeeld Steenbreekvarens en Klein Glaskruid tegenkomen.”
Welke ontwikkelingen hebben langs de Lek plaatsgevonden?
“Vanaf 2000 zijn grote delen van de Lekuiterwaarden tussen Culemborg en Ameide aangepakt in het kader van ‘Ruimte voor de Lek’. Dat leverde spectaculaire natuur op. In de Everdinger Waarden is bijvoorbeeld klei afgegraven tot op het zand. Hier zijn over een lengte van ruim een kilometer duinvalleiachtige vegetaties ontstaan, die baat hebben bij schoon, kalkrijk kwelwater uit de Lek. Op de zandgrond kwamen de flinterdunne zaadjes van wel acht verschillende soorten orchideeën tot leven! Zo’n zaadje parasiteert op een schimmel. Als de orchidee groter is, geeft ie suikers terug en ontvangt water en voedingsstoffen van de schimmel. Een perfecte symbiose.”
Hoe staat de natuur in de Vijfheerenlanden er eigenlijk voor?
“Nog niet zo slecht; 12% van de grond is natuurgebied, het open water van de rivieren niet meegerekend. Met de ruilverkaveling zijn bestaande natuurreservaten groter gemaakt en zijn nieuwe reservaten en verbindingszones aangelegd. Er zijn bovendien prachtige sloten met kwelwater. Van belang is dat dit water niet vermengd wordt met ander water uit de polder. Kansen voor meer natuur zijn er voldoende, namelijk te voedselrijke bovengrond afgraven, natuurvriendelijk beheren en niet meer bemesten. Binnen de kortste keren komen soorten weer terug.
Hoe kun je soorten terugkrijgen?
Dat kan op verschillende manieren. Orchideeënzaden leggen bijvoorbeeld hele afstanden door de lucht af. Ook zitten er soms nog oude zaden in de grond, die tot wel tientallen jaren goed blijven. Graaf je de toplaag af, dan weet je dat je een deel van de verdwenen soorten weer terug krijgt.”